Bij de Dodenmars vanuit Auschwitz begonnen bijna 60.000 gevangenen in de vrieskou aan hun tocht, negen dagen voor de bevrijding op 27 januari 1945. De gevangenen trokken - onder toeziend oog van SS-bewakers - in de richting van de Poolse stad Loslau. Ongeveer 15.000 gevangenen stierven onderweg. Een deel stierf aan uitputting, terwijl anderen werden vermoord door de bewakers.