De Evacuatie van de Over-Betuwe vond plaats nadat de frontlinie in september 1944 in deze regio kwam te liggen. Veel bewoners waren in september gevlucht voor het oorlogsgeweld. Op 16 november 1944 werd officieel aangekondigd dat alle vrouwen, kinderen, zieken en ouderen het gebied moesten verlaten. Zij werden geëvacueerd naar Brabant en België of naar bezet gebied. Op 17 december 1944 werd het gebied ten noorden van de spoorlijn De Vork-Kesteren militair gebied en moesten alle burgers die hier nog verbleven evacueren. Zij vertrokken naar Elst, Lent, Ressen, Oosterhout en over de Waal naar het zuiden. De bewoners van de Over-Betuwe konden pas in april 1945 terugkeren naar hun zwaar verwoeste dorpen.