De Joodsche Raad van Enschede bestond uit de heren Sig Menko, Isedoor van Dam en Gerard Sanders en werd ingesteld voor de provincie Overijssel. Het was een provinciale afdeling van de Joodsche Raad in Amsterdam die zich sterk verzette tegen het gezagsgetrouwe beleid. Na de razzia van Twente in 1941 was men zich bewust van de situatie voor de Joden en regelde deze lokale Raad onderduik voor de Joden. Van de ongeveer 1200 Joden in Enschede werden er ruim 500 gered. Dominee Leendert Overduin werkte nauw samen met de Joodsche Raad in Enschede. In april 1943 werden medewerkers van de Raad opgepakt of gingen in onderduik. Hiermee kwam een eind aan de werkzaamheden van de Raad en haar vele lokale afdelingen.