Joodsche Raad van Groningen
Begin oktober 1941 kwam er een Joodsche Raad in Groningen die voor de noordelijke provincies diende. In 1940 telde de provincie Groningen ongeveer 4500 Joden en was daarmee qua aantal Joodse inwoners de vierde provincie van het land. Het bureau van de Joodse Raad was gevestigd in het pand Nieuwstad 28. Vertegenwoordiger voor Groningen was opperrabbijn Simon Dasberg, voor Friesland opperrabbijn A. S. Levisson en voor Drenthe M. Lobstein. Dasberg moest in december 1942 de gedeporteerde opperrabbijn Sarlouis uit Amsterdam vervangen. S.N. Aptroot nam zijn positie over. Vanaf augustus 1942 tot april 1943 vonden de meeste deportaties plaats. In het voorjaar van 1943 verklaarde de bezetter Noord-Nederland Judenfrei. Na de oorlog telde de Joodse gemeenschap in de stad Groningen nog maar zo'n 240 leden.