Bernardus van Gerwen

Ook bekend als: Bernard

Bernard wordt geboren op 30 december 1925 in Best. Op 8 mei 1946 wordt hij opgeroepen voor de dienstplicht en als soldaat ingedeeld bij de D-batterij van 2-8 Regiment Veldartillerie, van de 7 December Divisie. Na een korte, algemene opleiding wordt Bernard geschoold tot kanonnier en chauffeur. Op 22 oktober 1946 wordt hij aan boord van Johan de Witt naar Nederlands-Indië gezonden. Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Bernard samen met ruim 200.000 militairen ingezet om er de rust en het Nederlandse gezag te herstellen. Na aankomst wordt Bernard met zijn eenheid gelegerd in de stad Bandoeng, in het binnenland van West-Java. Van hieruit neemt hij deel aan de Politionele Acties; twee ingrijpende militaire operaties die het territorium dat door de Nederlandse troepen op Java en Sumatra wordt beveiligd in korte tijd aanzienlijk vergroten. Tussendoor wordt Bernard als mitrailleurschutter op verschillende patrouilles door het achterland en langs de demarcatielijnen gestuurd, zonder gewond te raken. Zijn diensttijd vordert en begin 1949 komt zijn repatriëring weer in zicht. Hij verheugt zich al op het weerzien met zijn vader en met zijn verloofde, Annie Trompenaars uit Middelbeers. In de ochtend van 21 februari 1949 wordt Bernard op patrouille gestuurd naar de heuveltop in Tjisondarik, in de omgeving van Bandoeng, om deze veilig te stellen tegen revolutionaire soldaten. Op ongeveer honderd meter onder de top wordt de patrouille plotseling met een automatisch wapen onder vuur genomen. Omdat Bernard een mitrailleur bij zich heeft, is hij met name het doelwit van de aanval. De vijand verdwijnt spoorloos. Patrouillecommandant Verhoeve verbindt de zwaargewonde Bernard en samen met andere kameraden wordt hij op een draagbaar naar de dichtstbijzijnde post gebracht. Pas na enige tijd kan hij door een dokter worden behandeld. Onderweg naar het militair hospitaal in Tjimahi bezwijkt Bernard aan zijn verwondingen. Hij is 23 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.

Bron: Brabantse Gesneuvelden