Sietze Akkerman

In het voorjaar van 1943 heetten Sietze en Gatske Akkerman de vierjarige Jaap van der Meer (later Agmon) welkom in hun huis als een 'broertje in oorlogstijd' voor hun tweejarige zoon Tjerk. Jaap was in Amsterdam geboren en had een jaar ondergedoken gezeten bij de familie Mesdag* in Sneek voordat hij bij de Akkermans aankwam. De familie Akkerman was een boerengezin in Olterterp (Friesland) en kon wel een extra mond voeden. In deze fase van de oorlog waren de nazi's echter overal, en ze zochten fanatiek naar joodse onderduikers. Sietze en Gatske werden dikwijls verdacht van het onderbrengen van joden omdat er onder de mensen die op de boerderij werkten een verklikker was. In de winter van 1943-'44 kwamen er bovendien veel mensen uit de steden naar Friesland om eten te vragen. Velen merkten Jaaps donkere haar op en vroegen waarom hij op de boerderij was. In augustus 1944 werd er een nieuw adres voor Jaap gevonden. Hij kwam bij de familie Van Veen* te wonen in Drachtstercompagnie. Gatske bezocht Jaap op zijn nieuwe adres en was zeer blij dat hij daar was ondergebracht toen de Akkermans in de lente van 1945 werden gedwongen Duitse soldaten op de boerderij te huisvesten. - Na de oorlog werd Jaap herenigd met zijn familie – zijn ouders en hun drie andere kinderen hadden de vervolging overleefd. Jaap is later naar Israël geëmigreerd. -Op 6 februari 1994 werden Sietze Akkerman en zijn vrouw Gatske Akkerman-Piersma door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Bron: Een Laatste Saluut