Johan Cornelis Adriaan Akkerman

AKKERMAN (Johan Cornelis Adriaan), geboren te Rotterdam op 13 september 1927. Hij en zijn tweelingbroer Reinhold Johan worden opgepakt bij hun ouderlijk huis in de Blokmakersstraat, in de Rotterdamse wijk Bospolder. Zij zijn dan 17 jaar. Het gezin Akkerman heeft al eerder te lijden gehad van het oorlogsgeweld. Op 5 december 1940 komt een blindganger door het dak van de woning en op 31 maart 1943 wordt de ouderlijke woning in de Zeilmakersstraat zwaar beschadigd. Op 10 november 1944 moeten ze verzamelen in de katoenfabriek 'Katoenveem' in de Lekhaven. Vanuit de Merwehaven vertrekken ze, samen met buurjongens en buurmannen, per rijnaak naar Amsterdam en vervolgens naar Wezep. Daar zien zij de executie van drie jongens, dat maakt veel indruk. Na een paar dagen mogen ze naar huis, omdat ze op aanraden van een Rotterdamse brandweerman zeggen dat ze nog geen 17 zijn. Ze scheren hun beenharen af en verbranden hun persoonsbewijzen. De Duitse kampcommandant loopt wel honderd keer langs voordat hij besluit dat ze kunnen gaan. Ze lopen, met nog een buurjongen, naar het dorp Wezep waar ze in de pastorie eten. 's Avonds gaan ze met een boer mee, waar ze ziek worden van het varkensvlees dat ze van hem krijgen. De volgende dag gaan ze terug naar de pastorie en vandaar in een vrachtwagen mee naar Utrecht met nog 27 jongens. In Utrecht krijgen ze eten en slapen ze op de zolder van een melkboer. De volgende dag vertrekken ze per vrachtwagen naar Rotterdam. Ze stappen uit bij de Mathenesserweg, in 'De Puin', zo noemen 'locals' de wijk die helemaal platgebombardeerd is. Daar houden ze zich schuil en als het donker is lopen ze naar huis. Na de oorlog trouwt Johan en wordt vader. Hij overlijdt op 4 juli 2018, 90 jaar oud, en wordt begraven in Westmaas.

Bron: Stadsarchief Rotterdam