Harry Buijsen

Ook bekend als: Harry

Harry wordt geboren op 1 april 1926 in Kruisland als zoon van Franciscus Buijsen en Johanna Vergouwen. In de zomer van 1946 meldt hij zich voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht in Amersfoort, waar hij als korporaal wordt ingedeeld bij het 5 Eskadron Pantserwagens van het Regiment Huzaren van Boreel. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Harry voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Eind februari reist hij met de Kota Inten via Engeland – voor verdere uitrusting – naar de Oost. Na een zeereis van een kleine maand komt hij aan in de haven van Padang op Sumatra. Daar krijgt Harry aanvullende opleiding en loopt patrouilles om tropenervaring op te doen. Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia legercommandant S.H. Spoor toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle brengen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en beperkte acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling. Harry trekt dan met zijn peloton vanuit Padang op om het omliggende gebied veilig te stellen. Alle doelen worden zonder veel moeilijkheden gehaald. Na afloop van de Actie worden de huzaren van de pantserwageneskadrons als reguliere infanterie ingezet. Als in de loop van 1948 onderhandelingen tussen Nederland en de Republiek opnieuw stuklopen, wordt met ingang van 19 december 1948 de Tweede Politionele Actie begonnen. Voor Harry is de bezetting van Fort de Kock dan het hoofddoel. Nadat dit fort op de derde dag van de Actie wordt ingenomen, wordt het eskadron ingezet voor de beveiliging van het onrustige binnenland, waar revolutionaire strijders de Nederlandse konvooien regelmatig onder vuur nemen. Pas na een maand intensieve patrouille zijn de wegen weer veilig begaanbaar. Desondanks houdt ook daarna de onrust aan en blijven de Nederlandse soldaten doelwit van aanslagen en hinderlagen. Tegen deze achtergrond sneuvelt Harry op 9 april 1949 tussen Sidjoensjoeng en Padang. Hij is 23 jaar geworden vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi.

Bron: Brabantse Gesneuvelden