"Liefste, kusjes aan jou en de kleintjes". Het einde van verzetsstrijder Albert Wittenberg
Het is zaterdag 14 april 1945. Het 9e leger van de Verenigde Staten komt aan in Gardelegen, een dorp in Oost-Duitsland. De militairen stuiten op een gruwelijk aanzicht: in de schuur van landgoed Isenschnibbe liggen honderden verbrande lichamen. De geallieerde soldaten zien dat het vuur pas gedoofd is. Ze zijn net te laat. Een van de slachtoffers is verzetsman Albert Leonard Wittenberg.
Tegen de overheersing
Op 22 februari 2023 was het 125 jaar geleden dat Anton de Kom werd geboren in Paramaribo, Suriname. De antikoloniale activist en schrijver van Wij slaven van Suriname was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Vlak voor de bevrijding kwam hij aan zijn einde in Kamp Neuengamme. De Kom is wellicht de bekendste, maar zeker niet de enige verzetsstrijder met een koloniale achtergrond. Cijfers over verzet zijn vanwege het geheime karakter moeilijk te verzamelen, maar wel staat vast dat mensen uit de koloniën zeer actief waren in het Nederlandse verzet. Zij kwamen uit Nederlands-Indië/Indonesië, het Caribisch gebied en Suriname en streden tegen de Duitse overheersing van hun koloniale overheerser. Ter gelegenheid van 125 jaar Anton de Kom besteedt Netwerk Oorlogsbronnen dit jaar aandacht aan verzetsstrijders met een koloniale achtergrond. Wie waren zij en wat waren hun beweegredenen?
Anton de Kom (Paramaribo, 22 februari 1898 – Sandbostel, 24 of 29 april 1945) was een Surinaams anti-koloniale schrijver, nationalist en verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Kom sloot zich aan bij het communistisch verzet en schreef artikelen voor de communistische-verzetsbladen De Vonk en het Revolutionair Socialistische blad. Hij werd op 7 augustus 1944 gearresteerd. Op 24 april of 29 april 1945 overleed De Kom aan tuberculose in Stalag XB Sandbostel, een buitenkamp van Neuengamme. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Anton de KomBaby Betty
Albert Leonard Wittenberg groeit op in Suriname en leert in Nederland Janna Jetten kennen. Ze trouwen op 28 juni 1933 en wonen later met hun twee kinderen aan de President Brandstraat 32-II, in de Transvaalbuurt in Amsterdam. Daar komt in 1943 nog een gezinslid bij: de zes weken oude baby Betty. Het is het dochtertje van de buren, die een oproep krijgen om zich te melden in de Hollandsche Schouwburg. Janna vertrouwt het niet en stelt voor om het meisje in huis te nemen.
Albert Leonard Wittenberg (Paramaribo, 14 april 1909 - Gardelegen, 13 april 1945) was een verzetsstrijder, die bij de Luchtbeschermingsdienst werkte. Wittenberg sloot zich aan bij de Bond van Surinaamse Arbeiders, een organisatie waar Anton de Kom bij betrokken was. Albert werd opgepakt en op 13 april 1945 samen met duizenden gevangenen levend verbrand in een graanloods bij Gardelegen. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Albert Leonard WittenbergIn het verzet
Albert sluit zich aan bij de Bond van Surinaamse Arbeiders en voert verzetsactiviteiten uit. Zijn werk bij de Luchtbeschermingsdienst gebruikt hij als denkmantel. Dat gaat goed, tot april 1944. Albert wordt opgepakt en komt via het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Kamp Vught terecht. Daar schrijft hij Janna een brief. Het is het laatste wat Janna van hem hoort.
De Bond van de Surinaamse Arbeiders in Nederland was een groep die zich vanaf de jaren dertig openlijk uitsprak tegen facisme. Veel leden van de groep raakten door Anton de Kom betrokken bij de arbeidersbeweging en voerden verzetsacties uit. De leden hielpen onderduikers, verspreidden illegale kranten en vielen nazi’s ook fysiek aan.
Meer over Bond van Surinaamse Arbeiders in NederlandOORLOGSLEVENS | Albert Wittenberg is niet het enige Nederlandse slachtoffer van het drama bij Gardelegen.
Meer over Nederlandse slachtoffers GardelegenOntruiming Mittelbau-Dora
Rond 3 april wordt het kamp Mittelbau-Dora op bevel van het SS-bestuur ontruimd. De gevangenen moeten per trein naar andere kampen, maar door schade aan de spoorlijn stranden ze halverwege. De inzittenden moeten eruit en gaan marcherend verder. Maar de tocht gaat de SS’ers niet snel genoeg. Veel gevangenen zijn ziek of uitgeput, waarop de nazi’s een stop inlassen. Ze leiden de gevangenen naar een schuur waar zij mogen ‘slapen’. Dan gaan de deuren op slot en steekt een 16-jarige SS-korporaal de brand aan.
Mittelbau-Dora was een concentratiekamp nabij Nordhausen in Duitsland. Het was het laatste grote concentratiekamp dat in het Derde Rijk werd opgericht. In augustus 1943 werd Mittellbau-Dora in gebruik genomen als buitenkamp van Buchenwald. Vanaf de zomer van 1944 werd het een onafhankelijk kamp, met verschillende buitenkampen. In Mittelbau-Dora werden gevangenen gedwongen om onder erbarmelijke omstandigheden te werken aan V1 en V2 wapens in ondergrondse fabrieken. Op 11 april 1945 werd het kamp bevrijd. Er zijn circa 20.000 gevangenen omgekomen in Mittelbau-Dora.
Meer over Mittelbau-DoraLevend bewijs
Albert Wittenberg vertrekt vanuit Kamp Vught vermoedelijk naar Mittelbau-Dora en komt om bij de massamoord in Gardelegen. Niet alleen Mittelbau-Dora, maar ook andere Duitse kampen worden tegen het einde van de oorlog ontruimd. De daaropvolgende dodenmarsen zijn pogingen van de nazi’s om hun sporen te verdoezelen.
In totaal lopen een half miljoen gevangenen eindeloze tochten door Duitsland, weg van de geallieerden. Er vallen veel doden door uitputting of moord en dat is precies de bedoeling van de nazi’s. Al het levende bewijs moet weg, zodat niemand na de oorlog tegen hen kan getuigen. Geallieerden documenteren daarentegen zoveel mogelijk bewijs in de bevrijde gebieden. Ook in Gardelegen arriveert het US Army Signal Corps om te filmen en fotograferen. Het aanzicht maakt veel indruk.
Dodenmarsen zijn de gedwongen evacuaties, meestal te voet, van gevangenen die plaatsvonden na de ontruiming van concentratiekampen, vernietigingskampen en ghetto's. Ze begonnen toen de geallieerde troepen in Oost-Europa naderbij kwamen. Tijdens de dodenmarsen stierven zeer veel mensen aan uitputting of door executie door bewakers.
Meer over DodenmarsenTien overlevenden
Tien mensen overleven de brand in Gardelegen. Edmund Motzko, een Amerikaanse militair, vangt hen op. Hij hoort het verhaal van een Joods-Hongaarse jongen die tijdens de brand uit het gebouw wist te ontsnappen. Toen een SS’er met zijn hond om het gebouw liep, bleef hij muisstil liggen. Het dier snuffelde wat rond, maar ontdekte hem niet.
Betty
Betty, de baby die Albert Wittenberg en Janna Jetten in 1943 opnemen in de familie, overleeft de oorlog en blijft tot vlak na de oorlog bij Janna. Haar ouders keren na de oorlog niet terug, zij zijn omgebracht in Auschwitz. Dankzij initiatief van het meisje van toen, Betty Mock, is het plein tussen de de Amsterdamse Joubertstraat en President Brandstaat in februari 2020 vernoemd naar de man die haar in oorlogstijd in huis heeft genomen. Een blijvende herinnering aan wat Albert Wittenberg heeft gedaan.