Met een kogel in zijn borst zakt de Nederlandse rechercheur Van Duyn in elkaar. Eén van de ontdekte onderduikers op Boerderij 'De Zorg’ ziet geen andere uitweg dan de agent voor hem neer te schieten. Een razzia volgt.
Onderduiken op de boerderij
Op boerderij De Zorg, aan de Oude Sloterweg in Nieuw-Vennep, helpt familie Boogaard honderden - voornamelijk Joodse - onderduikers. Aan het hoofd van de familie staat de 75-jarige Johannes Boogaard. Overal op het erf zijn schuilplaatsen: een schuilkelder, op de hooiberg, in een auto. Gedurende de oorlog biedt de familie aan meer dan driehonderd Joden onderdak.
Arrestaties
Gedurende de oorlog wordt de boerderij meerdere keren door de bezetter doorzocht. Voor het eerst in november 1942. Elf Joodse onderduikers worden, met Johannis Boogaard zelf, gearresteerd. Johannis komt tien weken later weer vrij. Ook in mei 1943 worden er drie onderduikers opgepakt. Een razzia twee maanden later, laat de onderduikers ongemoeid. Maar een bezoek van de politie in oktober van datzelfde jaar betekent het einde van de boerderij als onderduikplaats.
Ontdekte schuilplaats
Een arrestatie van iemand in het bezit van illegaal vlees, leidt de politie op 6 oktober 1943 naar de boerderij. De verdenking van het herbergen van een illegale slachterij, is genoeg om binnen te vallen. In de schuur, vindt rechercheur Pieter Van Duyn een groep kinderen. Als Van Duyn aanstalten maakt om de ontdekte schuilplaats door te geven aan zijn collega's, wordt er snel gehandeld. Een van de volwassen onderduikers schiet hem dood in de boomgaard van de boerderij.
Verscholen achter het hoge gras
De overige agenten vluchten en waarschuwen meer collega's. Kort na de moord doorzoeken Duitse militairen, samen met Nederlandse SD’ers en politie, het gebied. Willem Boogaard, een zoon van eigenaar Johannes Boogaard, staat samen met twintig kinderen urenlang verscholen in een sloot achter het hoge gras. Zij ontkomen aan de razzia.
Vervolging
Ruim dertig anderen, inclusief ‘Opa’ Hannis, dochter Aagje en zoon Piet, worden wel gearresteerd en allemaal gedeporteerd naar Kamp Vught. Aagje keert ziek terug, haar broer Piet sterft in het kamp. Johannis Boogaard wordt vanaf kamp Vught afgevoerd naar concentratiekamp Sachsenhausen, waar hij op 13 februari 1945 wordt vergast.