Nederland staakt na verplichte arbeidsinzet voor oud-militairen
Terwijl veel Duitse mannen als soldaat aan het front vechten, moet de oorlogsindustrie blijven draaien. Hiervoor worden buitenlandse arbeiders ingezet. Dit gebeurt eerst vrijwillig, maar als te weinig mannen zich aanmelden, wordt overgegaan tot dwangarbeid. Deze verplichte 'Arbeitseinsatz' wordt beantwoord met een grootschalige staking.
Werkverschaffing
In bezet Nederland wordt vrijwel vanaf het begin een streng beleid van werkverschaffing gevoerd. Dit is niet nieuw, de vooroorlogse jaren worden gekenmerkt door crisis en grote werkloosheid. Ook in het Nederland voor mei 1940 worden werklozen tewerkgesteld bij bijvoorbeeld het ontginnen van veengebieden of het graven van kanalen. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de werkverschaffing voor steeds meer mannen ingesteld. Een tekort aan arbeidskrachten stuwt de groei van de Arbeitseinsatz op van eerst nog werklozen die gedwongen worden te werken in Duitsland, tot later in het algemeen jonge Nederlandse mannen. Het wantrouwen jegens hen groeit onder het Duitse bezettingsregime, naarmate het verzet in Nederland steeds meer toeneemt.
Start stakingen
Op 29 april 1943 wordt het bevel uitgegeven dat alle Nederlandse militairen zich moeten laten terugvoeren in krijgsgevangenschap. Dit is niet nieuw, na de meidagen van 1940 zijn de mannen al krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers en na een paar weken vrijgelaten. Nu deze vrijheid hun weer dreigt te worden afgepakt wordt overgegaan tot wat nu bekend staat als de April-meistakingen. Wie zich wel meldt voor de Arbeitseinsatz, wordt ingezet om zwaar werk te verrichten in Duitsland. In verschillende lichtingen vertrekt vanaf de Wehrmachtslager in Amersfoort en de Frieslandkazerne in Assen iedere week een transport naar Duitsland. Van de ruim 250.000 mannen die in aanmerking komen, belanden maar ruim 10.000 van hen daadwerkelijk opnieuw in krijgsgevangenschap.
Melkstaking
De productie in fabriek Gebr. Stork & Co in Hengelo komt op 29 april als eerste tot stilstand. Meer fabrieken in Twente volgen. Die avond bereiken geruchten over de staking in Twente al de rest van Nederland. De volgende ochtend ligt in grote delen van bezet Nederland het werk stil. Het begin van de April-meistakingen, die ook wel bekend staan als de melkstaking of mijnstaking. Naast stakende fabrieksarbeiders weigeren boeren namelijk melk te leveren aan zuivelfabrieken. Ze delen de melk uit of laten het over de weilanden lopen. In Zuid-Limburg worden de mijnen platgelegd met steun van de Rooms-katholieke Kerk. Met de verschillende stakingsvormen groeit de beweging uit tot een landelijke staking.
Slachtoffers
In de grote steden blijft het rustiger. Daar is de angst na het neerslaan van de Februaristaking nog teveel aanwezig. Deze angst blijkt gegrond als stakers op straat beschoten worden en het politiestandrecht wordt ingesteld. Gearresteerde stakers belanden in Kamp Vught. Zo’n 75 van hen worden gefusilleerd. Ruim negentig stakers overlijden door beschietingen op straat en honderden mensen raken gewond.
Verdiep je in slachtoffers van de April-meistakingen en bekijk beschikbare informatie en bronnen over hen.
Meer over Slachtoffers