NSB in de ban
De nieuwe partij van ingenieur Mussert groeit als kool: van duizend leden aan het begin van 1933 tot meer dan twintigduizend aan het einde van het jaar. Iedere week komen er duizend leden bij. Nationaal-Socialistische Beweging is dé politieke sensatie van dat moment.
Stoet NSB'ers, vanwege het uniformverbod zonder uniform, op weg naar de RAI voor de 1e Gewestelijke Landdag op 28 april 1934.
Paraderen verboden
“Met jongelui en jonge meisjes valt er eenvoudig niet over te praten, die zijn rabiaat nazi’s”, schrijft minister van Buitenlandse Zaken De Graeff in januari 1934 aan de Nederlandse gezant in Duitsland: “Hitler is hun ideaal en Mussert is zijn profeet”. De Nederlandse overheid is op zijn hoede en wapent zich tegen de dreiging van het opkomend nationaalsocialisme. De dramatische gebeurtenissen in Duitsland na de machtsovername van de nazi’s maken veel indruk, misschien nog wel meer dan de opmars van de NSB. Begin 1933 vaardigt de regering een verbod uit voor beroepsmilitairen en leden van de burgerwacht om lid te zijn van de beweging van ingenieur Mussert. In het najaar volgt het zogenaamde uniformverbod. Voortaan is het niet meer toegestaan om in het openbaar kledingstukken of onderscheidstekens te dragen die getuigen van “een bepaald staatkundig streven”. Het door de straten paraderen in zwarte outfit en het uitventen van nationaalsocialistische lectuur door colporteurs gestoken in partijuniform worden aan banden gelegd.
NSB propaganda video, vanaf 0:30 gaat het over de verboden

Een nieuwe tijd breekt baan (acte 2)
Reputatie
Rond de jaarwisseling wordt lidmaatschap van de NSB verboden verklaard voor ambtenaren. Leden komen voor de keuze te staan: of hun lidmaatschap opzeggen of ontslag nemen. Het leidt tot ledenverlies, maar vooral ook een geschonden reputatie. Met het ambtenarenverbod geeft de gevestigde politieke orde een duidelijk signaal af: de NSB is geen “fatsoenlijke” partij en moet met hand en tand bestreden worden. Mussert en de tweede man van de NSB Kees van Geelkerken worden op 1 mei 1934 ontslagen door de Provinciale Staten van Utrecht. Het NSB-blad Volk en Vaderland presenteert het als een offer dat de NSB-leider en Van Geelkerken brengen voor de partij. In werkelijkheid gaan beide NSB-kopstukken er financieel op vooruit.
Ongehoorzaam aan de kerk
Niet alleen de regering en het parlement denkt er zo over. Op zondag 11 februari 1934 wordt in iedere katholieke kerk in Nederland een brief van de bisschoppen voorgelezen. Katholieken die lid zijn van een nationaalsocialistische of fascistische organisatie krijgen te horen dat dit in strijd is met hun “heiligen plicht” tegenover het eigen volk. Dit zogenaamde Vastenmandement brengt een zware slag toe aan de NSB. Ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking is katholiek. Zij weten nu dat lidmaatschap van de NSB of een soortgelijke partij als ongehoorzaamheid wordt opgevat, wat uiteindelijk kan leiden tot disciplinaire maatregelen of in het ergste geval uitsluiting.
De dreiging van het opkomend nationaalsocialisme en fascisme zorgt in Nederland in korte tijd voor een cordon sanitaire rondom de NSB. Deze blijft tot het begin van de oorlog in tact.






