A.T.H. Scheltens: verslag (getypte vellen)
‘Toen we wilden gaan slapen, kwamen er weer vliegtuigen aan en begonnen de verschrikkelijkste uren van ons leven,’ schrijft A.T.H. Scheltens, belastinginspecteur, in een getypt verslag over de oorlog (datum onbekend). ‘Er volgde een zwaar bombardement, tot om halfvier ’s morgens de dag begon aan te breken.’ Het is de Royal Air Force, in de zomernacht van 24 op 25 juni 1940. Doelwit is het havengebied van Den Helder, dan Scheltens’ woonplaats, maar er is veel ‘bijkomende schade’: ‘Ons huis stond in een buitenwijk. Daar waren de muren hel verlicht door de branden in de binnenstad, terwijl we de gebouwen er in elkaar konden horen storten.’ Met echtgenote Annie verhuist Scheltens datzelfde jaar naar Groningen en vervolgens naar Amstelveen: ‘In Amsterdam wilden we niet wonen, daar krijg je nooit een aardig huis voor niet te veel geld. We zagen er wel een beetje tegenop, Amstelveen, wegens de onmiddellijke nabijheid van het vliegveld Schiphol, bij de Moffen in gebruik. Het viel mee.’ Maar halverwege de Hongerwinter ziet het redelijk jonge stel zich genoodzaakt af te reizen naar familie in Overijssel (Scheltens komt zelf uit de stad Kampen): een hellevaart, met twee oude fietsen en zware koffers, die begint in Amstelveen: ‘Wij vertrokken Maandagmorgen 5 Februari om 10 uur van de Bosch en Vaartlaan bij regenachtig weer. Reeds even voorbij Diemerbrug moesten wij afstappen en een droog plekje opzoeken ter reparatie van Annie’s achterband. De volgende lekke band, nu haar voorband, trad op in de buurt van Bussum.’ Een reis van 120 kilometer duurt zo tweeënhalve dag: ‘Toen ergens voorbij Harderwijk mijn band opnieuw verbonden moest worden, kwamen we tot de ontdekking, dat er van Annie’s fiets al twee spaken waren gebroken. Om nu verdere onheilen te voorkomen, besloten we het fietsen maar op te geven en te voet verder te reizen.’ ‘Toen we wilden gaan slapen, kwamen er weer vliegtuigen aan en begonnen de verschrikkelijkste uren van ons leven,’ schrijft A.T.H. Scheltens, belastinginspecteur, in een getypt verslag over de oorlog (datum onbekend). ‘Er volgde een zwaar bombardement, tot om halfvier ’s morgens de dag begon aan te breken.’ Het is de Royal Air Force, in de zomernacht van 24 op 25 juni 1940. Doelwit is het havengebied van Den Helder, dan Scheltens’ woonplaats, maar er is veel ‘bijkomende schade’: ‘Ons huis stond in een buitenwijk. Daar waren de muren hel verlicht door de branden in de binnenstad, terwijl we de gebouwen er in elkaar konden horen storten.’ Met echtgenote Annie verhuist Scheltens datzelfde jaar naar Groningen en vervolgens naar Amstelveen: ‘In Amsterdam wilden we niet wonen, daar krijg je nooit een aardig huis voor niet te veel geld. We zagen er wel een beetje tegenop, Amstelveen, wegens de onmiddellijke nabijheid van het vliegveld Schiphol, bij de Moffen in gebruik. Het viel mee.’ Maar halverwege de Hongerwinter ziet het redelijk jonge stel zich genoodzaakt af te reizen naar familie in Overijssel (Scheltens komt zelf uit de stad Kampen): een hellevaart, met twee oude fietsen en zware koffers, die begint in Amstelveen: ‘Wij vertrokken Maandagmorgen 5 Februari om 10 uur van de Bosch en Vaartlaan bij regenachtig weer. Reeds even voorbij Diemerbrug moesten wij afstappen en een droog plekje opzoeken ter reparatie van Annie’s achterband. De volgende lekke band, nu haar voorband, trad op in de buurt van Bussum.’ Een reis van 120 kilometer duurt zo tweeënhalve dag: ‘Toen ergens voorbij Harderwijk mijn band opnieuw verbonden moest worden, kwamen we tot de ontdekking, dat er van Annie’s fiets al twee spaken waren gebroken. Om nu verdere onheilen te voorkomen, besloten we het fietsen maar op te geven en te voet verder te reizen.’
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- verslag (getypte vellen)
- 2159
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer