Brief voor mevr. Truus van Vucht van Rooij

Brief voor mevr. Truus van Vuvht van Rooij." Dresden 22 mei 1944.""Lieve Vrouw, Johnny, Gerrieke, Elly, Dien en Theo."Dhr, Van Vucht beschrijft zijn dagelijkse bezigheden ervaringen en andere gebeurtenissen vanuit Dresden.Een korte samenvatting van de inhoud van deze brief. Ik heb de brief van 14 mei ontvangen. Het is hier slecht weer. Gisteren een moeilijke tocht gemaakt met een juf. van kantoor en haar moeder. Het was op een mooie zomerse dag. We maakte een tocht naar de bergen. Om 10 uur in de bergen aangeland. Om 12 uur een mooi plekje gevonden om te picknicken. Ik zou niet voor eten moeten zorgen dat deden zij. We zaten op 300 meter hoogte. We hadden witte broodjes met koffie, taart en een paar gekookte eitjes. Na het eten zijn we verder gegaan en na een klimpartij van 2 uur op de Bastei aan gekomen. Helaas waren we de fotocamera vergeten dus geen foto's. Na de terugreis waren we weer om 8 uur in Dresden. Ik ben nog naar hen mee naar huis gegaan. Heb daar nog wat gegeten en een borreltje gedronken.Ik zou graag naar huis komen maar ik maar heel weinig verlof. Ik kom graag naar huis maar dan voorgoed.Het koffertje heb ik ontvangen. Dit heb ik al in een paar eerdere brieven geschreven maar deze zijn niet in jou handen gekomen. Dat is nu in orde gemaakt. Je krijgt nu niet meer dan twee brieven per maand. De laatste foto's waren mooi. Af en toe kwam er een traantje in mijn oog. Als ik de brieven lees zou ik graag naar huis komen. Thuis trekt als een magneet. Ik moet echter nog een paar maandjes volhouden. De schoenen staan netjes, de sokken heb ik al moeten stoppen, Het leven in het Lager begint mij te vervelen. Ik heb nergens meer zin in. Ik moet de was doen en ik moet zelf eten koken. Het hangt mij allemaal de keel uit. Ook de echte kameraadschap die we hier hebben. Ik moet mijn kast bijna dichtspijkeren anders wordt alles gestolen. Je vraagt mij om zeep. Datgene wat ik je laatst gestuurd heb was voor drie maanden. Ik ga morgen maar weer zelf de was doen. De meeste dingen krijg ik niet schoon. Ik breng alles wat vuil en kapot is wel weer mee naar huis.Van het bericht van ome Antoon kijk ik op. Wie gaat er naar de begrafenis. Ik heb al lang niets meer gehoord van Harry en Nol. Die zal ik nog maar eens een keer schrijven. Als je iets weet van Rein laat het mij dan weten. Laat The eens schrijven, hoe het op kantoor is en hoe het staat met de oorlog.Ik ga maar weer eens eindigen. Ik heb vandaag niets te roken dus maar vroeg naar bed. Reken maar niet op verlof. De groeten aan alle bekenden. Joop.Brieven van Johannes R. van Vucht naar Truus van Vucht van Rooij, zijn vrouw. Johannes zat in dwangarbeid in Dresden. Truus was in die periode zwanger. Truus woonde in de oorlogsperiode aan de St. Jacobslaan 39 te Nijmegen.In 1944 kreeg ze voedsel aangeboden van Engelse militairen die zich in de buurt begaven.