Sobibor was van april 1942 tot november 1943 een vernietigingskamp gelegen nabij het dorp Sobibor in Oost-Polen. Het was een van de meest effectieve, dodelijke Duitse vernietigingskampen. Vrijwel alle gevangenen werden gelijk na aankomst vermoord, slechts een klein deel werd geselecteerd voor dwangarbeid in het kamp of nabijgelegen kampen. Naar schatting zijn er ongeveer 170.000 personen naar Sobibor gedeporteerd, overwegend Joden. Vanuit Nederland zijn er in 19 transporten vanaf Westerbork 34.313 mensen naar Sobibór vervoerd. Slechts 18 van hen overleefden de oorlog, waaronder Jules Schelvis en Selma Wijnberg. Na de opstand op 14 oktober 1943 werd het vernietigingskamp ontmanteld.