Brief in enveloppe. 23 januari 1944. Aan den heer G.C. Janssen.
Brief in enveloppe. 23 januari 1944. Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen. Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland. Per adres Dicke Eichen Hohenlimburg in Westfalen.Een korte samenvatting van deze brief.Een brief van de zus van Gerard, Stientje.Mijn lieve broer Gerard,Nu zal ik maar eens een paar woordjes schrijven. Met mij gaat het reusachtig goed. Ik hoop dat het met jouw ook goed gaat. Je zult het nu wel allemaal gehoord hebben van Toos. Proficiat ermee. Je hoeft er niet verdrietig om te zijn. Ik had het wel gezien maar ik heb soms een oogje toe geknepen. Nu even wat anders, vandaag is het weer zo’n akelige rot zondag. Het is hier zo stil als een dode mus in het café. Om naar buiten te gaan is het veel te slecht weer. Zeg Gerard in heb een mooie brief gehad uit Duitsland. Van Jan Spanjaard. Het was een echte liefdesbrief. Ik heb hem maar niet terug geschreven want dan kom ik niet meer van hem af. Hij schreef ook nog dat jij hem een keer een brief moest schrijven. Het adres van hem zal ik wel ergens in een hoekje planten. Zeg Gerard wat doe je nu met de mandolien, geef je hem nog aan Toos of krijgt Arie hem. Toos had in het café bij Houkes gezeten. Ze durfde Herman niet in de ogen te kijken. De vuile rotmeid. Ze moeten haar voor de kloote schoppen. Herman loert nu een beetje naar Nellie Haan. Ze wil nog niets van hem weten. Wim Verriet heeft ook een boze bui. Hij komt niet meer hier. Daar heb ik geen spijt van. Dora zit nu voor de piano. Als je straks thuis komt dan speel ik als een ouwe. Ik heb nu al een jaar les. Nu ga ik eindigen.
- Schriftelijke bronnen
- Overige schriftelijke bronnen
- Brief
- 5.3.45808-068
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer